5.4 Vernietigbaarheid, nietigheid, ontbinding en onverbindendheid

Vernietigbaarheid heeft betrekking op rechtshandelingen. Dat kunnen overeenkomsten zijn, maar ook beslissingen van de overheid of vonnissen van een rechter. Het recht geeft aan in welke gevallen die rechtshandelingen vernietigbaar zijn. Wanneer een rechtshandeling wordt vernietigd, betekent dat dat die rechtshandeling voor het recht nooit bestaan heeft. De vernietiging heeft dus terugwerkende kracht, tenzij de wet in een bijzonder geval anders bepaalt.


Als een rechtshandeling nietig is, is het er nog erger mee gesteld dan bij vernietigbaarheid. Een nietige rechtshandeling heeft in het geheel nooit bestaan, ook niet tijdelijk. Dat is een ingrijpend gevolg, want het lijkt immers of er wel een rechtshandeling is geweest. Nietigheid wordt vooral gebruikt als wie door de rechtshandeling benadeeld wordt, zonder enige twijfel moet worden beschermd of wanneer zonder enige twijfel de openbare orde in het geding is.


We kennen ook nog ontbinding om van rechtsgevolgen af te komen. Ontbinding is alleen mogelijk bij overeenkomsten. Uiteraard zijn daar voorwaarden aan verbonden. Ontbinding houdt in dat de ovk ophoudt te gelden en dat wat al ter uitvoering van de ovk is gepresteerd, ongedaan moet worden gemaakt.


Wanneer het gaat over regelgeving die in strijd komt met een hogere regeling, grijpt het recht ook in. Dan zijn de termen 'vernietigbaarheid' en 'nietigheid' niet bruikbaar en wordt gesproken van 'onverbindendheid'. Ook onverbindendheid heeft terugwerkende kracht en kan dus ingrijpende gevolgen hebben voor wat er in het verleden al is gebeurd.

Rapporteer Plaats commentaar