5.1 Einde van het individuele kamerlidmaatschap
1/ een kamerlid neemt zelf ontslag
2/ een kamerlid houdt op omdat hij niet (meer) voldoet aan de vereisten voor het Kamerlidmaatschap (passieve kiesrecht)
3/ een kamerlid neemt ontslag omdat hij een andere functie bekleedt die niet verenigbaar is met het Kamerlidmaatschap (deze onverenigbaarheden worden incompatibiliteiten genoemd, bv tegelijk lid 1e en 2e Kamer, minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, nationale ombudsman etc. --> machtenscheiding
demissionaire ministers en staatssecretarissen (art 57 lid 3 Gw) hebben hun ontslag al aangeboden maar het is nog niet verleend, doordat er nog geen passende opvolger is gevonden.
Tijdens het Kamerlidmaatschap hoef je niet bij dezelfde fractie te blijven, je kunt gedurende je lidmaatschap dus switchen van politieke partij.
fractie= alle leden van een politieke partij binnen de TK, gemeenteraad etc.

na ontslag wordt de functie vervuld door de eerstvolgende persoon op de lijst van de betreffende partij
5.2 Ontbinding van de kamers als geheel
zittingsduur kamers: 4 jaar (art. 52 lid 1 Gw)
vervroegde verkiezing door politieke conflicten:ontbinding kamers (art. 64 Gw)
dit gebeurd door KB= besluit van de regering
binnen 3 maanden komen er dan nieuwe verkiezingen(art 64 lid 2 Gw)
pas als nieuw gekozen parlement voor  het eerst samenkomt geldt de ontbinding van het voorgaande parlement (art. 64 lid 3 Gw)

Rapporteer Plaats commentaar