4 verschillende waarderingsmogelijkheden voor de vaste activa:

  1. Waardering tegen historische kostprijs; waarderen tegen in het verleden betaalde prijs.
  2. Waardering tegen vervanginswaarde; waardering tegen actuele kostprijs.
  3. Waardering tegen directe opbrengstwaarde; bedrag dat nu zou kunnen worden verkregen door het te verkopen.
  4. Waardering tegen indirecte opbrengstwaarde; de contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die door het toekomstige gebruik van het productiemiddel zullen worden verkregen.


Fair value:  Reële waarde--> het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerd tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn..

 

Belangrijkste verschil tussen fair value en directe opbrengstwaarde: Dat bij de bepaling van de fair value de nog te maken verkoopkosten niet in mindering wordt gebracht en bij de opbrengstwaarde wel.

Rapporteer Plaats commentaar