Nominaal: naam. Alleen frequenties en percentages. Geen gemiddelden. De 1 is niet meer/beter dan de anders. Bijv: geslacht man/vrouw.
Ordinaal: Naam + rangorde. Alleen frequente en percentages. De 1 is wel meer dan de ander. Bijvoorbeeld: opleidingsniveau; geen, basis, mavo, havo, vwo, hbo, wo. 1,2,3,4,5,6.
Interval: Naam + rangorde + gelijke intervallen. Mag: frequenties, percentages en gemiddelden. Bijv: temperatuur 14 graden Celcius.
Ratio: naam + rangorde + gelijke intervallen + absoluut nulpunt. Absolute verschillen: 8 is twee keer zoveel als 4. Mag: frequenties + gemiddelden + verhoudingen Bijv: leeftijd 25 jaar.