Bij
dit typen weefsel bevat de matrix talrijke vezels en in sommige gevallen ook
afzetting van onoplosbare calciumzouten.
Kraakbeen
De
matrix van het kraakbeen is een gel de ingebedde vezels bevat. Omdat kraakbeen
geen bloedvaten heeft moeten kraakbeencellen voedingstoffen opnemen en afval
stoffen verwijderen via diffusie. Doordat kraakbeen geen bloedvaten heeft kan
het zich na beschadiging beperkt herstellen. De drie belangrijkste typen
kraakbenen zijn:
1. Hyalien kraakbeen: meest voorkomende type kraakbeen.
Bevat dicht bepakte collagene vezels in matrix. Is taai meet enigszins buigzaam
(bijvoorbeeld verbind ribben met borstbeen).
2. Elastische kraakbeen: Bevat veel elastische vezels. Is
buigzaam (bijvoorbeeld oorschelp).
3. Vezelig kraakbeen: heeft weinig grondsubstantie. In de
matrix bevinden zich vooral collagene vezels, die zijn nauw verbonden. Is
duurzaam en sterk (bijvoorbeeld tussen wervelkolom).
Beenweefsel
Verschil tussen kraakbeen
weefsel en beenweefsel:
Beenweefsel:
·
Grondsubstantie
is klein
·
Matrix bestaat
vooral uit harde calciumverbindingen, en buigzame collagene vezels.
·
Sterk
·
Bestand tegen
versplintering.
Beencellen verkrijgen
voedingsstoffen via uitlopers van het cytoplasma die met de bloedvaten en
andere osteocyten (beencellen) in contact staan.