4.4.4    steunweefsel

Steunweefsel : is kraakbeen en beenweefsel.

Bij dit typen weefsel bevat de matrix talrijke vezels en in sommige gevallen ook afzetting van onoplosbare calciumzouten.

 

Kraakbeen

De matrix van het kraakbeen is een gel de ingebedde vezels bevat. Omdat kraakbeen geen bloedvaten heeft moeten kraakbeencellen voedingstoffen opnemen en afval stoffen verwijderen via diffusie. Doordat kraakbeen geen bloedvaten heeft kan het zich na beschadiging beperkt herstellen. De drie belangrijkste typen kraakbenen zijn:

 

1.     Hyalien kraakbeen: meest voorkomende type kraakbeen. Bevat dicht bepakte collagene vezels in matrix. Is taai meet enigszins buigzaam (bijvoorbeeld verbind ribben met borstbeen).

2.     Elastische kraakbeen: Bevat veel elastische vezels. Is buigzaam (bijvoorbeeld oorschelp).  

3.     Vezelig kraakbeen: heeft weinig grondsubstantie. In de matrix bevinden zich vooral collagene vezels, die zijn nauw verbonden. Is duurzaam en sterk (bijvoorbeeld tussen wervelkolom). 

 

Beenweefsel

Verschil tussen kraakbeen weefsel en beenweefsel:

Beenweefsel:

·        Grondsubstantie is klein

·        Matrix bestaat vooral uit harde calciumverbindingen, en buigzame collagene vezels.

·        Sterk

·        Bestand tegen versplintering.

 

Beencellen verkrijgen voedingsstoffen via uitlopers van het cytoplasma die met de bloedvaten en andere osteocyten (beencellen) in contact staan.

Rapporteer Plaats commentaar