391 -> Christendom staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk.
Na de val van het Romeinse Rijk vermengen Germaanse heidenen zich met de voormalige Romeinse bevolking.
Vanaf de 6e eeuw: Paus stuurt missionarissen om Germaanse heidenen te bekeren.

Katholieke kerk: 
  1. Paus:  Vertegenwoordiger van God op aarde.                                  Bisschop van Rome.                                                                                Primus inter pares.
  2. Bisschoppen: leider van geloofsprovincie (bisdom).
  3. Priesters: leiding over een geloofsgemeente.

Bisschoppen zetelden in een stad en gaven leiding aan de gelovigen in een gebied dat overeenkwam met een gebied van wereldlijke leiders (edelen).

In de vroege middeleeuwen -> goede, succesvolle samenwerking tussen koning en kerk:
  • Katholieke kerk krijgt meer volgelingen door uitbreiding van het Frankische Rijk (+bescherming).
  • Koning regeert met 'goddelijke zegen'.


Geestelijken: mensen die werken in dienst van God
  1. Seculiere geestelijkheid: Geestelijken die zich tussen de gelovigen begeven.
  2. Reguliere geestelijkheid: geestelijken die in kloosters leven volgens een voorgeschreven leefregel (VB. Regula Benedicti): gehoorzaamheid, armoede, celibaat. Algemene kloosterleven -> 'Ora et Labora'


Twee missionarissen actief in het gebied van de Friezen:
  1. Willibrord (690): start bekering van de Friezen, 1e bisschop van Utrecht.
  2. Bonifatius (716): bekering van Friezen en Saksen, omhakken heilige eik, vermoord in Dokkum in 754


-> Grote delen van Europa werden bekeert door missionarissen in de vroege middeleeuwen.

Functies klooster:
  • Economische functie: kloosters als centra van rijkdom.
  • Culturele functie: kloosters als centra van wetenschap -> verzamelen en verspreiden van boeken
  • Sociale functie: opvang van reizigers en verzorging van zieken.
  • Politieke functie: kloosters konden de rol van de leenman vervullen binnen het leenstelsel.

Rapporteer Plaats commentaar