34. Vroeger zedelijk persoon of lichaam, nu heet het rechtspersoon. Dieren worden beschouwd als objecten van recht die geen bevoegdheden hebben maar wel vatbaar zijn voor bijv. eigendom. Eerst werden dieren bescherm ten behoeve van de eigenaar, later in 1805 met de Dogs Act ook ten behoeve van het dier zelf. In Nederland gebeurde dit pas in 1886. In 1996 is zij overbracht naar de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.  Er is voor gepleit dieren tot rechtssubject te maken waarmee ze gelijk komen te staan met een natuurlijk rechtspersoon. De Bijbel behandeld dieren ook soms zo. In de middeleeuwen werden strafprocessen tegen dieren gevoerd, met een advocaat voor het dier.
Natuurlijk persoon: vermogensrechten, actief en passief kiesrecht, persoonlijkheidsrecht, familierechten.
Rechtspersonen: vermogensrechten spelen de hoofdrol. Vermogen hoeft niet het doel van de rechtspersoon te zijn, kijk bijv. naar Natuurmonumenten. De rechtspersoon kan strafbare feiten begaan en daarvoor worden vervolgd maar zij heeft ook procedurele rechten.
In het civiele recht vertegenwoordigen mensen de rechtspersoon, in het strafrecht wordt hun gedrag met dat van de rechtspersoon vereenzelvigd. Wat door mensen is gedaan of nagelaten wordt aan de rechtspersoon toegerekend.
Handelingssubject: de natuurlijke persoon die voor de rechtspersoon optreedt.

Rapporteer Plaats commentaar