3 Interne supervisie: dwaling en herstel

Patiënten proberen hun therapeut te doorgronden, terwijl hij vaak ondoorgrondelijk probeert

te blijven. Ze zijn geen gesloten boek voor hun patiënten. Patiënten merken altijd goed in

hoeverre een therapeut bereid is hun boodschappen op te pakken. De therapeut moet dus

nagaan, bijv. door proefidentificatie, of er in de objectieve werkelijkheid van de spreekkamer

elementen zijn waarop de patiënt kan reageren. Patiënten proberen te verklaren waarom een

therapeut met bepaalde dingen inconsequent was (therapeut valt ‘uit zijn rol’). De patiënt kan

dan onbewust als supervisor optreden.

Een bijdrage van de therapeut geeft vaak meervoudige reacties van de patiënt (meervoudige

niveaus). Een overdrachtsreactie is vaak opgeroepen door externe factoren die de therapeut

tijdens de zitting inbrengt.

Professionele nonchalance: therapeut neemt langzaam gas terug voorspel op beëindiging

van de therapie.

Rapporteer Plaats commentaar