3 Het legaliteitsbeginsel in het strafrecht

Legaliteitsbeginsel: de overheid is slechts bevoegd om handelingen te verrichten indien daar een expliciete wettelijke grondslag voor bestaat à nulla poena beginsel

àgeen straf op grond van ongeschreven recht, maar wel vrijspraak op grond van ongeschreven recht. Wanneer je bijvoorbeeld iets vernield omdat het gaat om levensgevaar. Het ongeschreven recht kan dus niet iemand strafbaar maken maar wel de strafbaarheid op grond van geschreven recht opheffen.

 

Analogieverbod: Je kunt een wet niet toepassen wanneer een gebeurtenis sterk lijkt op de gebeurtenis waarop het wetsartikel van toepassing is. Het moet exact kloppen.

 

 

1.1 De bestanddelen van een delictsomschrijving

Een feit moet voldoen aan alle voorwaarden die in een wettelijke delictsomschrijving worden genoemd voor het bestaan van een strafbaar feit.

 

1.2 Wederrechtelijkheid

Alleen gedragingen in strijd met het recht kunnen worden bestraft.

Wederrechtelijkheid is geen bestanddeel van een strafbepaling, maar wel een algemene voorwaarde voor strafbaarheid.

 

1.3 Strafbaarheid van de dader

Als men de dader geen verwijt kan maken door ontoerekeningsvatbaarheid kan hij niet gestraft worden.

Ontoerekeningsvatbaar: De gedraging kan wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van diens geestvermogens niet toegerekend worden. (art 39 Sr)

Geen straf zonder schuld (schuld=verwijtbaarheid)