Time sampling: Gedurende een korte periode wordt er geobserveerd. (bijvoorbeeld 10 minuten). Na elke interval (van bijvoorbeeld 30 seconden) noteer je het gedrag dat je op dat moment waarneemt.
Event sampling: Ook hier observeer je een aantal minuten. Je gaat hierbij turven hoe vaak bepaald gedrag bij iemand wordt waargenomen. De score die het oplevert noem je frequentie van het gedrag.