1950 - Hoofd van de onderneming was lid en voorzitter van de ondernemingsraad.
Taak was  naar vermogen bij te dragen aan een zo goed mogelijk functioneren van de onderneming. Taken uitsluitend op sociaal terrein, bevoegdheid slechts advies.
1971 - Bestuurder bleef lid en voorzitter van de onderneminsraad. Enerzijds ingesteld om naar vermogen bij te dragen aan een zo goed mogelijk functioneren van de onderneming / anderzijds ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van het personeel.
Medebeslissingsrecht op gebied sociaal beleid. Adviesrecht met betrekking tot een aantal economische en organisatorische besluiten.
1979 - Bestuurder geen lid meer van de OR, de OR bestaat uit door de werknemers gekozen leden. Dualistische taakstelling bleef gehandhaafd. Uitbreiding van advies- en instemmingsbevoegdheden en introductie vaneen beroepsrecht bij de ondernemingskamer van het Hof te Amsterdam.

Rapporteer Plaats commentaar