14.2 Als er een grote doorbraak optreedt in de product- of procestechnologie

a begint een opgaande fase in de lange cyclus, omdat de productiecapaciteit sneller groeit dan de productie.

b begint een opgaande fase in de lange cyclus, omdat de nieuwe technologie de productiviteit in de economie vergroot.

c begint een opgaande fase in de lange cyclus, omdat de investeringen in voorraden toenemen.

 

d begint een neergaande fase in de lange cyclus, omdat de kosten per eenheid product dalen.