14.18 Structureel begrotingsbeleid heeft een anticyclische werking, omdat in een

periode van laagconjunctuur:

a de overheidsuitgaven dalen en de belastingontvangsten stijgen.

b de belastingontvangsten tegenvallen maar de uitgaven op peil blijven.

c de overheidsuitgaven tegenvallen, terwijl de belastingontvangsten op peil

blijven.

 

d het overheidstekort afneemt.