1) Observatietests = persoon moet opdracht uitvoeren, gedrag wordg geobserveerd en geïnterpreteerd
2) Somato-fysiologische metingen = metingen van lichamelijke / fysiologische kenmerken als hartslag
3) Zelfbeoordelingen = via vragenlijsten over interesses, houdingen en persoonlijkheidseigenschappen
4) Kwalitatieve prestatietests = persoon krijgt opdracht een prestatie te verrichting maar de meting betreft een andere eigenschap de dan de prestatie (bv. neuropsychologische / projectietests)

Rapporteer Plaats commentaar