§ 1. De historische ontwikkeling van het privaatrecht De Romeinen waren grootmeesters in het ontwikkelen van Europees recht. In 530 na Chr. Gaf keizer Justinianus opdracht tot het samenstellen van de Digesta, een bloemlezing van klassieke Romeinse juristen. De Digesten waren onderdeel van de wetgeving aller wetgevingen in 533: Corpus Iuris Civilis. Tijdens de middeleeuwen vond de receptie van het Romeinse recht plaats; maw het werd opnieuw geldend recht. Tot op de dag van vandaag vormt het West-Europese privaatrecht een zekere verwantschap. Rond 1800 verloor het Romeinse recht aan geldigheid, het Wetboek Napoleon, ingerigt voor het Koningrijk Holland werd van kracht totdat Nederland werd ingelijfd bij Frankrijk een jaar later en gold in Nederland het Franse Burgerlijk Wetboek, de Code Civil. In 1838 kwam het 1e Burgerlijk Wetboek tot stand, dat in feite een vertaling was van de Code Civil. In 1947 werd aan de Leidse hoogleraar prof. Mr. E.M. Meijers bij Koniklijk Besluit de opdracht verleend om een nieuw BW te ontwerpen. Het duurde tot 1970 voordat het 1e deel in werking trad en het tweede deel in 1976. De anderen duurden nog langer , vanaf 1992 kwamen de volgende pas tot stand. Etc. voorheen was het recht in grote mate jurispudentierecht.

Rapporteer Plaats commentaar