05. Kan bepalen door wie en op welk moment een procedure gestart kan worden voor vader- of moederschapsontkenning
Art. 1:200 5. door moeder binnen een jaar na de geboorte. Door vader binnen een jaar nadat bekend is geworden dat hij niet de biologische vader is. 6. Kind binnen 3 jaar nadat bekend is geworden dat de man niet zijn biologische vader is
Art. 1:201 Overlijdt vader, moeder os kind voor de afloop van de gestelde termijn, dan kan directe bloedverwant de ontkenning van het vaderschap gegrond verklaren. Dit moet binnen een jaar na het overlijden